Lang, (héél) lang geleden maakte ik kennis met de handbalsport door een vriendinnetje op de basisschool. Ik werd lid van handbalvereniging WIK in Vlaardingen. De afkorting W.I.K. stond voor “Willen is kunnen.” De wil om het spelletje te leren was er zeker, maar van echt handbaltalent was in mijn geval geen sprake. Gelukkig was Wik een grote vereniging met heel veel teams, zodat ook ik mijn plekje vond.
Van het handballend vermogen moest ik het dus niet hebben, maar ik genoot van het verenigingsgebeuren. Ik hield er kennissen en een vriendin voor het leven aan over en maakte in het begin van mijn onderwijscarrière indruk op mijn vijfde groepers tijdens de gymlessen. Hun juf had conditie, kon gooien en vangen. Dat was handig bij bijvoorbeeld trefbal. Bij WIK begeleidde ik een jeugdteam (vooral zorgen voor heel veel spelplezier) en schreef voor het clubblad.
Een verhuizing naar Rotterdam, trouwen en het krijgen van twee zoons zorgden voor een handbalvrije periode om na verloop van tijd de draad weer op te pakken bij Roda’71. Het is altijd spannend om van club te wisselen, maar Roda was dichter bij huis. Ik werd met open armen ontvangen en na één training al gevraagd om de volgende zondag mee te doen met Dames 1. Dat lijkt op een promotie, van Dames 4 bij WIK naar Dames 1 bij Roda, maar… Roda had destijds maar één damesteam. Er kwamen nieuwe kennissen en vriendinnen bij en ik had het erg naar mijn zin.
Je moet stoppen op je hoogtepunt of- in mijn geval- als je lijf dat aangeeft. Bovendien waren daar zonen Luuk en Koen die als mini-Rodeaantjes instroomden. Van zelf spelen werd ik een ouder langs de lijn, interim coach, lid van het jeugdbestuur en nu weer gewoon ‘alleen maar’ toeschouwer.
Toen ik de oproep zag over het jubileumjaar moest ik natuurlijk reageren. Lid zijn van sportclub betekent voor heel veel mensen proberen uit te blinken in die sport, maar in praktijk is het veel meer. Werken aan je gezondheid, het vergroten van motorische en sociale vaardigheden, omgaan met verlies en winst, delen van lief en leed, een bepaald ritme (trainen en spelen), gewaardeerd worden om wie je bent. Dat heeft handbal/Roda mijn gezin en mij gebracht. En waar andere clubs teruglopen in ledenaantal en dus noodgedwongen moeten fuseren, is Roda nog steeds gewoon Roda. Van één damesteam is allang geen sprake meer.
Ik zie leeftijds- en ploeggenoten nog met regelmaat langs de lijn. Eens een handballer, altijd een handballer. Als publiek, als coach en sommigen fluiten nog. Hoe mooi is het, dat de jongere generatie -zoals in mijn geval mijn beide zonen- nu nog steeds spelen en/of op ander gebied actief zijn voor hun verenigingen. Handbal is (eindelijk) hot.
Bij deze feliciteer ik Roda’71 met het jubileum. Ik wens dat heel veel kinderen het geluk mogen hebben om deel uit te mogen maken van het verenigingsleven.
Tot langs de lijn, Ellen van Schie